Tekenregels bij hoofdbewerkingen
waar of niet waar
Als 2 getallen positief zijn dan is hun som altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen positief zijn dan is hun verschil altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen positief zijn dan is hun product altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen positief zijn dan is hun quotiënt altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen negatief zijn dan is hun som altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen negatief zijn dan is hun som altijd negatief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen negatief zijn dan is hun product altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen negatief zijn dan is hun product altijd negatief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen negatief zijn dan is hun quotiënt altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen negatief zijn dan is hun quotiënt altijd negatief
- WAAR
- NIET WAAR
Als er bij een gedurig product 3 getallen negatief zijn, dan is het product altijd negatief
- WAAR
- NIET WAAR
Als er bij een gedurig product 4 getallen negatief zijn, dan is het product altijd negatief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen een verschillend toestandsteken hebben dan is hun product altijd negatief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen een verschillend toestandsteken hebben dan is hun quotiënt altijd positief
- WAAR
- NIET WAAR
Als 2 getallen een verschillend toestandsteken hebben dan is hun som altijd negatief
- WAAR
- NIET WAAR