Recht en omgekeerd evenredige grootheden

a. Het aantal erfgenamen en het deel dat elk krijgt.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
b. Aantal dagen die in een maand voorbij zijn en aantal dagen die nog komen..
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
c. De loopsnelheid en de hoeveelheid zweet.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
d. Het aantal bezoekers van een fuif en de inkomsten.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
e. De oppervlakte van een tegel en het aantal tegels dat nodig is om de keuken te betegelen.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
f. De tijdsduur dat je studeert en je punten.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
g. De snelheid waarmee je rijdt en de tijd die nodig is om je bestemming te bereiken.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
h. Een voorwerp en zijn schaduw op een bepaald moment van de dag.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
i. Lichaamsgewicht en leeftijd van een persoon.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
j. Snelheid en verbruik in liter/100 km van een wagen.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
k. Een snelheid in km/h en in m/s.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
l. Het verbruik van een beamer en de tijd dat de beamer werkt.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
m. Oppervlakte van een muur en de prijs om die muur te schilderen.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
n. Aantal paarden en tijd in dagen dat men toekomt met een bepaalde hoeveelheid eten
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
o. Het aantal cocktails dat iedere feestvierder krijgt uit een kom en het aantal feestvierders.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
p. Snelheid en remafstand van een wagen.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
q. Het aantal verkoopsters in een winkel en het aantal klanten.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
r. Het aantal winnaars in RANG 1 van de lotto en het gewonnen bedrag.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide
s. Het loon van een leraar wiskunde en het aantal leerlingen die hij heeft in zijn klas.
1. Recht evenredig
2. Omgekeerd evenredig
3. Geen van beide

Recht en omgekeerd evenredige grootheden

Zijn de volgende grootheden recht evenredig, omgekeerd evenredig of geen van beide?