Zijn de volgende grootheden recht evenredig, omgekeerd evenredig of geen van beide?
a. Bij constante tijd is de afgelegde weg ...................... met de snelheid.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
b. De prijs is ...................... met de hoeveelheid
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
c. Voor een bepaalde zonnestand is de lengte van de schaduw ...................... met de hoogte van het voorwerp.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
d. Het aantal door een machine geproduceerde stukken is ........................ met de tijd dat ze werkt.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
e. Voor een bepaalde tijdsduur is de intrest op een kapitaal ....................... met het percent.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
f. Voor een bepaald percent is de intrest op een kapitaal ...................... met de tijdsduur.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
g. Om een vijver leeg te pompen zet men een aantal even krachtige pompen in. De tijd waarin de vijver leeg loopt is ................... met het aantal pompen.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
h. Iemand heeft een bepaald bedrag om stof te kopen. Het aantal meters stof dat men koopt is ....................... met de prijs per meter.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
i. Het verkregen loon is ....................... met het aantal gewerkte uren.
Recht evenredig
Omgekeerd evenredig
Geen van beide
j. De schoenmaat van een persoon is ............................ met de lengte van een persoon.